Danpaati - Reisverslag uit Brokopondo, Suriname van Ruud en Rees - WaarBenJij.nu Danpaati - Reisverslag uit Brokopondo, Suriname van Ruud en Rees - WaarBenJij.nu

Danpaati

Door: Rees

Blijf op de hoogte en volg Ruud en Rees

27 Maart 2015 | Suriname, Brokopondo

Donderdag, 26 maart 2015
Danpaati, Danpaati River Lodge
Stroomversnellingen.
Vandaag gaan we op weg naar het diepe binnenland. De bus, die ons tot aan het dorpje Atjoni vervoert, is ruim op tijd. De bagage wordt ingeladen, en er wordt gecheckt of iedereen zijn rekening betaald heeft. Daarna kan de rit, die 2½ uur duurt, beginnen. Het is 7 km. tot aan de Afobakaweg, de hoofdweg tot aan Atjoni. Afobaka betekent letterlijk, rug van grootmoeder. Het landschap wordt hier heuvelachtig, vandaar dat de mensen de weg Afobaka genoemd hebben. Een Chinees wegenbouwbedrijf heeft de wegen 5 jaar geleden geasfalteerd. De spanningsmasten langs de kant van de weg nemen hun voeding van de krachtcentrale. De waterkrachtcentrale werd aangelegd door een Amerikaans bauxietbedrijf Alcoa, eigenaar van de Surinaamse Bauxiet Maatschappij. De centrale zou energie moeten leveren aan een te bouwen aluinaardefabriek en aluminiumsmelter. De Surinamerivier werd ten hoogte van het dorp Afobaka afgedamd, waardoor een stuwmeer ontstond. Het meer kreeg de naam Van Blommesteinmeer, en werd later het Brokopondomeer genoemd. Voor de aanleg van het meer werden de bewoners, de marrons verplicht om te verhuizen. Ruim 5000 moesten verhuizen naar de transmigratiedorpen die aan de Brownsweg aangelegd werden, en zagen hun heilige gronden waar ze hun voorouders vereerden ten onder gaan. De huizen die in de transmigratiedorpen gebouwd werden, zijn ontworpen door de architect Lindeman. Honend worden de huizen de Lindemanhuizen genoemd, en is de architect de grote boosdoener. Na de aanleg van de dam veranderde de naam SBM in Suralco, Suriname Aluminium Company. Al snel bleek dat de aangeleverde energie niet in staat was om alle aluinaarde tot aluminium te verwerken. De grote verliezers in dit project waren de marrons, die hun woonplek gedwongen hebben verlaten. Bij de Klaaskreek passeren we een controlepost voor de goudzoekers en houtkappers. Er wordt op toegezien, dat de mensen van omliggende landen, waaronder Brazilië, niet illegaal de grens oversteken en in de goudmijnen en de bossen gaan werken. Nabij de open vlaktes liggen de goudmijnen. Met waterkracht wordt de grond weggespoeld, waarna het gezeefd wordt. Om het goud van zand en modder te scheiden wordt kwik gebruikt. Het kwik mengt zich met het water van de rivier. Voor de binnenlandbewoners leveren die rivieren vis en drinkwater. Het kwikgevaar betekent een economische schade en de gezondheid wordt bedreigd.
Bij het dorpje Atjonie, een lokaal haventje waar volop bedrijvigheid is, houdt de weg op, en gaan we aan boord in de Marron korjalen. De harde bankjes van de boten zijn voorzien van zachte kussens, die ook wel nodig zijn als we drie uur over de rivier varen. We varen langs stroomversnellingen en de prachtige natuur. De wassende vrouwtjes en de spelende kinderen langs de oever duiden op een dorpje. We worden flink nat van het opspattende water, maar in een mum van tijd zijn we ook weer opgedroogd. Maar niets is zo onvoorspelbaar als het weer. Voor ons pakken zich donkere wolken samen, en binnen de kortste keren valt de hevige regenbui op ons neer. Regencapes helpen niet meer, en zijn we door en door nat. Een geluk dat onze bagage veilig onder een zeil verstopt is op een andere boot. De regenbui is kort maar krachtig. Drijfnat naderen we het eilandje Danpaati. Danpaati is 400 meter lang en ongeveer 60 meter breed. Het ligt in de Boven- Surinamerivier bij het dorpje Dan. Het regenwoud van Boven-Suriname is de meest bezochte jungle-bestemming. Vrijwel het hele binnenland valt onder het district Sipaliwini. De naam is afgeleid van het indiaanse sipa (steen) en wini (water, rivier). De Marrons, de gevluchte slaven van de plantages, gingen over de Saramacca- en Surinamerivier, en vestigden dorpjes langs de oevers. Hun voertaal is Saramacaans, en een enkeling spreekt Nederlands. In hun taal betekent Danpaati letterlijk ‘eiland bij Dan”. Dan is de naam van het dorpje aan de overzijde van de rivier.
We worden toegezongen als we aanleggen, en worden spontaan geholpen bij het uitstappen van de boot. Een welkomstdrankje wordt ons aangeboden, en de lunch staat klaar om genuttigd te worden. Na de lunch worden de hutjes aan ons toegewezen, en krijgen we uitleg over het resort. Het resort is gebouwd in 1999 en is niet commercieel ingesteld, maar maakt deel uit van een zorgproject dat wordt geleidt door de stichting Bonama (samen maakt ons sterk). Het project wordt gesponsord door Menzis en Woonzorg Nederland. Er zijn 12 bosnegerdorpen bij betrokken, en een deel van de opbrengst van het resort wordt besteed aan thuiszorg in deze dorpen. Een van de problemen van de dorpen is dat veel mannen zijn weggetrokken om in de grote stad of in de goudwinning de kost te gaan verdienen voor de familie. Voor hulpbehoevende ouderen is er weinig hulp voorhanden. De kinderopvang stelt de moeders in de gelegenheid om op hun kostgrondje te gaan werken. Op een kostgrondje wordt groente verbouwd. Het merendeel van de oogst is bestemd voor eigen gebruik, de rest wordt verkocht aan de omliggende resorts. Na de lunch trekken we droge kleren aan, en lopen we naar het aangewezen strandje waar we mogen zwemmen. Door de stroomversnellingen is het niet verantwoord om op alle plekken in de rivier te zwemmen, maar als alternatief is er ook nog een zwembad waar je lekker kunt afkoelen. Ga vooral de rivier niet in als je bloederige wondjes heb, piranha’s zijn er dol op. De droge kleren zijn niet lang van nut, het blijft vochtig en benauwd, en waarschijnlijk hangt er nog meer regen in de lucht. Korjalen varen af en aan op de rivier met lokale mensen of toeristen. Het is het enige vervoermiddel voor de lokale mensen, die hun bootjes behendig manoeuvreren tussen de rotsblokken. Vanaf ons hutje hebben we zicht op de keuken. De kokkinnen hebben veel plezier tijdens hun werk, ze kakelen er lustig op los. Ik ben nieuwsgierig wat er bereidt wordt in de keuken, en ik vraag of ik even mag kijken. Dat is geen probleem, de vrouwtjes laten zich niet storen door mijn nieuwsgierigheid. Vanavond weet ik zeker dat er een lekkere maaltijd opgediend gaat worden. We hebben waarachtig zeebenen gekregen; aan tafel lijkt het wel of de tafel heen en weer beweegt. Gelukkig hebben we er allemaal last van. We hoeven ons geen zorgen te maken, dat de drank ons naar het hoofd is gestegen. Na het eten babbelen we nog een poosje door, maar rond de klok van elven gaat de generator uit, en zitten we zonder licht. We kruipen maar ons bedje in, voordat we over rare voorwerpen struikelen…
Ruud en Rees


Vrijdag, 27 maart 2015
Ik word wakker van de regen, die met bakken uit de lucht valt. Het is nog aardedonker, dus blijf ik nog even in bed liggen. Het aggregaat dat gisteravond om elf uur is uitgezet, wordt vanavond pas weer gestart. Dus zullen we ons nu in de vroege morgen moeten behelpen met de zaklamp. Als ik door de kieren van ons hutje kijk, staat er een olielampje buiten op de vloer. Ik sla het muskietennet opzij, want dat is hier wel nodig, en neem een frisse douche. Ruud volgt mijn voorbeeld, en als we beiden klaar zijn, gaat Ruud alvast op zoek naar een kopje koffie. Maar ook daar hoeven we niet ver voor te lopen, de koffie staat al netjes geserveerd op het tafeltje op ons terras. De schoolboot vaart ondertussen aan ons voorbij, op weg naar een groter dorp, waar een school is.
Vandaag maken we een dorpswandeling door het dorpje Dan aan de overzijde van de rivier en betekent “stroomversnelling”. Er zijn grote granieten rotspartijen in het water die vaak net onder de waterspiegel liggen. Door de eeuwenlange erosie zijn de rotsen afgesleten en hebben ze mooie vormen. De rivier stroomt met hoge snelheid over en door de rotsen heen, waardoor er plaatselijk “sula’s” ontstaan, delen van de rivier waar het water harder stroomt dan elders. Dan is één van de traditionele dorpen. Frits is de gids in het dorp en laat ons kennis maken met de gebruiken en gewoonten van het dorp. Als we bij de steiger de trap oplopen, valt de lage ereboog van palmbladeren op. Dit is de toegangspoort van het dorp, en moet je bukken om er onder door te gaan. Kwade geesten die de gasten meenemen, bukken niet, en worden op deze manier uit het dorp geweerd. Het educatiecentrum in het dorp was vroeger een groothandel. Daar werden de levensmiddelen die uit de stad werden gehaald opgeslagen. Nadat de infrastructuur verbeterd was op weg naar Atjoni, vestigden zich ondernemers aan de kant van de oever van Atjoni. Voor de bosnegers was het nu een stuk eenvoudiger om levensmiddelen te kopen, en hoefden ze niet meer zo ver te reizen. Om een beetje geld te verdienen, wordt er scherpzand uit de rivier gepompt waar stenen van gemaakt worden. De grote generator voorziet het dorp van elektriciteit. De regering spendeert 6 vaten brandstof per maand om het aggregaat draaiende te houden. Bij een enkel huisje zien we een klein zonnepaneel. Eigenlijk zou dit voor ieder huishouden een uitkomst zijn, maar waarschijnlijk laat dit project op zich wachten. Het dorp Dan is verdeeld in Dan 1 en Dan 2. Het dorp Dan 1 is gemoderniseerd, terwijl Dan 2 nog sterk vasthoudt aan de oude gewoontes en tradities van de Saramacaanse samenleving. In Dan 1 lopen we langs de basisschool en de lerarenhuizen. We mogen de kinderen niet storen, ze zijn druk bezig met de les. De meeste huizen zijn van steen en hebben golfplaten dak. Een aantal dames zijn in de open lucht druk in de weer met koken. Op een houtvuur wordt groente en vlees gebraden. Het ruikt verrukkelijk! In Dan 2 zien we eenvoudige traditionele houten huisjes. De huisjes hebben een hoge drempel, en een lage voordeur. Daarmee houden ze de geesten buitenshuis. Zoals ik al eerder schreef, een boze geest zal zich nooit bukken. Net zoals bij de ingang van het dorp, siert aan de bovenkant van de deur een strook palmbladeren. Oude korjalen die niet meer functioneel zijn worden gebruikt voor het dodenritueel. De overledene wordt op de boot gewassen en verzorgd, voordat ze in hun kist gelegd worden. De Saramacanen belijden nog in belangrijke mate de natuurgodsdienst. De juf zit buiten met de peuters op de veranda. De peuterspeelzaal is één van de projecten van Bonama. De moeders werken ondertussen op hun kostgrondje, terwijl vaders in de grote stad aan het werk is. We nemen de juf voor een poosje het werk uit haar handen, en spelen en knuffelen met de kinderen. In het dorp staat een vrouwenhuis, dat aan renovatie toe is. Aan de toeristen wordt een kleine bijdrage gevraagd, die bijdragen aan de verbouwing. Wanneer een vrouw haar periode heeft, gaat ze naar dit huis totdat het voorbij is, en moet ze heilige paden en plekken mijden. Dit geldt ook voor zwangere vrouwen. Er is ons uitdrukkelijk gevraagd om geen foto’s te maken van de offerplaatsen en het rituele huis van de piaiman. De bewoners zijn ook niet gecharmeerd van de fotograven, en uit respect blijven onze toestellen in de tassen. Uitzonderingen bepalen de regel, en zijn er een aantal dames die graag met ons op de foto willen, nadat we souvenirs van hun gekocht hebben. Een oud vrouwtje is bezig haar pindaoogst te verdelen in de zon. Als we belangstellend staan te kijken, nodigt ze ons uit om dichterbij te komen. Ze gebaart ons te wachten, en even later komt ze met een portie geoliede noten terug. We mogen ze meenemen, en als we haar hier een kleinigheid voor geven, maakt ze een klein vreugdedansje. We lopen terug naar de waterkant, waar de vrouwen druk bezig zijn met de was en afwas. Het is een gekwetter van jewelste, en ze zijn een beetje boos, dat de boot op deze plek komt aanleggen. Na een woordje van onze gids gaat de storm liggen, en gaan ze gewillig aan de kant als de boot aankomt. Als we vertrokken zijn pakken ze de draad weer op. ’s Middags staat er een boswandeling op het programma voor de liefhebbers. Om half drie, na de lunch gaan we weer aan boord, en varen we in twee minuten naar de ingang van het bos. Het is vochtig en benauwd, het transpiratievocht loopt in straaltjes over onze ruggen. Frits vertelt ons over de medicinale en praktische eigenschappen van de bomen, struiken en gewassen. Overleven in de jungle lijkt simpel te zijn. Zo zijn er verschillende vruchten in het bos die eetbaar zijn, en is het water uit de rivier drinkbaar. Hij geeft uitleg over de grond- en luchtwortels, en vertelt dat de lianen van de grondwortels geschikt zijn als liaan. Verdwaal je in het bos, sla dan met een stok op de telefoonboom, en de mensen zullen weten waar je moeten zoeken. Het is erg benauwd, en de dieren die de jungle rijk is, houden zich diep verscholen op koele plekken. We zien een aantal kleine kikkers, die de schutkleur van de bomen en bladeren hebben aangenomen. De kleine kolibries snoepen van de zoete nectar in de planten. Er zijn drie soorten palmen die gebruikt worden voor de dakbedekking. De een is meer geschikt dan de ander. De lopende palm heeft zich al enkele centimeters verplaatst. Omdat de wortels van de palm licht nodig heeft om te groeien, zoeken ze de zon op, waardoor de palm zich verplaatst. Onze wandeling eindigt op een “kostgrondje” van een gezin in het dorp Dan. Een kostgrondje eist een enorme inspanning van de vrouw des huizes. Eerst wordt er een geschikt plekje gezocht in het bos in de nabijheid van het dorp. De plek moet op een veilige afstand van de rivier liggen, zodat het bij hoog water niet kan overstromen, en de oogst niet verloren kan gaan. De plek wordt ontdaan van planten en struiken door de vrouw, terwijl de man met een grote machete de grote bomen te lijf gaat. Nadat het struikgewas na enkele weken dor is geworden, wordt het in brand gestoken, en kan er overgegaan worden met het planten van maïs, suikerriet, rijst, cassave en groente voor de dagelijkse kost. En alweer pakken zich donkere wolken samen boven ons, en valt de regen met bakken tegelijk uit de lucht. Schuilen heeft geen zin, dus gaan we aan boord en varen richting ons resort. Als een nest verzopen katten gaan we van boord, en haasten ons naar onze hutjes, waar we ons van de natte kleding ontdoen. Het blijft nog lang naspetteren, maar onder ons afdakje zitten we droog. Een frisse wind waait over het eilandje en maakt het aangenaam buiten zitten. Onderhand koelen we een beetje af. Om half acht wordt de bel geluid, een teken dat het eten klaar is, en we aan tafel kunnen gaan. Voortreffelijk eten wordt weer geserveerd, we smullen ervan. Na het eten kletsen we nog een poosje na, totdat de Parboflessen leeg zijn. Nog even, en dan worden de lichten gedoofd….
Ruud en Rees


  • 30 Maart 2015 - 14:31

    Henri En Liesbeth:

    Hoi Ruud en Rees,

    Mooie reis alweer, veel plezier nog deze week!

    Groetjes

  • 30 Maart 2015 - 17:44

    Ruud En Wilma:

    Wat een prachtige foto's. Als het kindje met het oranje pakje over zou zijn, mogen jullie het voor ons meenemen.
    De selfi op de boot is ook heel erg mooi, wij begrijpen heel goed dat een fles Bacardi zo leeg is als je wat langer in een bootje zit.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Suriname, Brokopondo

Ruud en Rees

Globetrotters

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 659
Totaal aantal bezoekers 132965

Voorgaande reizen:

18 Maart 2015 - 03 April 2015

16-daagse rondreis Suriname: Mi Lobi Sranan!

07 November 2014 - 27 November 2014

20 daagse Oost - Afrika groepsreis

Landen bezocht: