De zeeschildpadden - Reisverslag uit Galibi, Suriname van Ruud en Rees - WaarBenJij.nu De zeeschildpadden - Reisverslag uit Galibi, Suriname van Ruud en Rees - WaarBenJij.nu

De zeeschildpadden

Door: Rees

Blijf op de hoogte en volg Ruud en Rees

21 Maart 2015 | Suriname, Galibi

Zaterdag, 21 maart 2015
Myrysji Lodge Galibi
Op nachtelijk avontuur naar de zeeschildpadden!
De lucht kleurt nog fel oranje en het is nog schemerig, als we ons om half zeven naar de ontbijtzaal begeven. Een handjevol mensen hebben dezelfde gedachten als ons, en is het nog erg rustig bij het ontbijt. De vogels hebben hun weg al gevonden naar de balken bij het plafond, en wachten geduldig op de broodkruimels van de verse boterhammen. De verse koffie smaakt goed en het pas gesneden fruit smaakt voortreffelijk. Vandaag draagt Tony ons over aan de gids van Galibi, die ons voor twee dagen gaat begeleiden tijdens de geplande excursie. Om half negen stopt de bus voor het resort, en worden we voorgesteld aan Jeffrey, onze gids en Jermain, onze chauffeur. Tony zien we maandagmorgen pas weer, als we terug zijn in Paramaribo. Vanavond overnachten we in Galibi, een natuurreservaat dat gelegen is aan de Atlantische Oceaan bij de monding van de Marowijne rivier in het noord-oosten van Suriname. Aan de zandstranden Baboensanti en Eilanti komen de reuze zeeschildpadden van half februari tot augustus hun eieren leggen in het zand. Vanavond gaan we op zoek naar de reuze schildpadden, en hopen we hun te zien tijdens het eieren leggen. Galibi is alleen bereikbaar per boot. Voordat we daar aanmeren, brengen we eerst een bezoek aan het plaatsje Saint-Laurant-du-Maroni, het grensplaatsje van Frans-Guyana. Onze route is als volgt: Paramaribo – Albina – Frans Guyana – Galibi. We rijden over de Surinamebrug, die over de Surinamerivier een verbinding maakt met het district Commewijne. Nadat de bouwwerkzaamheden van de brug op 15 april 2000 voltooid waren, werd deze feestelijk geopend op 1 mei 2000. Sinds de bouw van de brug is de welvaart in het district Commewijne toegenomen, en werden er fabrieken en scholen gebouwd. Door de komst van de fabrieken is de werkgelegenheid gegroeid en is het merendeel verzekerd van een baan. Links van de brug ligt een bedevaartsoord voor de Hindoestanen, dat deel uitmaakt van de bevolking van Commewijne. Voormalige plantages worden er bewoond door afstammelingen van de uit India en Java aangevoerde contractarbeiders. De vele eethuisjes en restaurants, de “warungs” lang de kant van de weg, getuigen ervan dat er in dit gebied veel afstammelingen van de Javanen wonen. De Commewijnebrug over de Commewijnerivier brengt ons bij de controlepost vlakbij de rivier. Langs deze rivier proberen illegalen, vooral uit Brazilië, het land Suriname binnen te komen. In het gebied Commewijne wonen vooral de Marrons, afstammelingen van de slaven die de plantages zijn ontvlucht. Tegen het eind van de 18de eeuw werden de slaven die de plantages ontvluchtten “marrons” genoemd, naar het Spaanse woord cimarron, waarmee ontsnapt vee werd aangeduid. De eerste bewoners van Suriname waren de Indianen, die zich huidig inheemsen noemen. De indianen waren niet bestand tegen het harde werk op de plantages, en de ziektes die de Europeanen meebrachten van overzee. Na zich tegen de Spanjaarden, Engelsen en Nederlanders verzet te hebben, kwam het tot een vredesverdrag in 1686 met de Nederlanders. Zij gingen samenwerken met de Nederlanders, en leverden weggelopen slaven uit aan de Nederlanders.
Suriname heeft een hechte band met China. De infrastructuur wordt voor het merendeel gefinancierd door China. Ook heeft Suriname een sterke band met Venezuela. Nadat Jeffrey ons de historie van het gebied heeft verteld, heet hij ons welkom met een welkomstlied. Hij zingt ons toe, en wij vallen in als koor.
De Cotticarivier is de smalste rivier, maar ook de diepste rivier. Door toedoen van binnenlandse oorlogen is de rust in deze streek lang verstoord geweest. In 1986 verslechterde de situatie toen het Junglecommando onder leiding van Ronnie Brunswijk felle tegenstand bood aan het nationaal leger van Desi Bouterse. De inwoners van het gebied, de Marrons, werden ervan verdacht dat ze steun verleende aan het Junglecommando van Brunswijk. Bouterse gaf opdracht om het gebied te “zuiveren”, zodat Brunswijk makkelijker vindbaar was. Duizenden mensen vluchtten inderhaast naar ingerichte kampen in Frans-Guyana en Paramaribo. De achterblijvers werden gezien als aanhangers van Brunswijk. Op 29 november 1986 werden tijdens een zoekactie van het leger in het dorpje Moi Wana een groot aantal burgers, waaronder vrouwen en kinderen door soldaten vermoord. In Moi Wana is een groot herdenkingsmonument opgericht. Ondanks de gruwelijkheden die de twee mannen hebben verricht, hebben ze het toch zover kunnen schoppen als president en parlementslid. Op 25 mei dit jaar zijn er verkiezingen; het volk wacht af, wat de resultaten zullen zijn. Nadat we het dorp Mungo passeren waar bauxiet gewonnen wordt, komen we aan in Albina. Deze plaats vormt de grens tussen Suriname en Frans-Guyana, een overzees departement van Frankrijk. Aan de overkant van de Marowijnerivier tekenen zich de daken af van het Frans-Guyanese Saint-Laurant-du-Maroni. Onze handbagage wordt in plastic zakken gestopt, zodat deze niet nat kunnen worden tijdens de oversteek naar de Franse kolonie. We stappen in de korjaal, nadat we onze poncho’s hebben aangetrokken. Jeffrey heeft ons verzekerd dat we zeker nat gaan worden van het opspattende water. Het is 10 minuutjes varen voordat we aanmeren in het Franse dorp. De bewoners zijn Franse staatsburgers, en beschikken over voorzieningen op europees niveau. Frans Guyana werd na de Franse revolutie een bagne, een strafkolonie waar Frankrijk misdadigers en andere gevangenen naar toe stuurde. Vanaf 1852 tot 1953 werden de veroordeelden van Frankrijk vanaf het Camp de la Tranportation verspreidt over de kolonie. De gevangenen leefden onder erbarmelijke omstandigheden in de verschillende barakken, waar ze ’s nachts aan hun voeten vastgeketend werden. Eén van de bekendste gevangen was Henri Charrière, beter bekend als Papillon. Hij was ten onrechte veroordeeld voor moord, en hij deed een aantal ontsnappingspogingen. Na een laatste poging bij Camp de la Tranportation, werd hij overgebracht naar Duivelseiland, waar hij nooit meer zou kunnen ontsnappen. Op Duivelseiland is het hem uiteindelijk gelukt te ontsnappen, en heeft hij een biografie geschreven, die naderhand verfilmd is. Praktisch alle inwoners waren gevangenbewaarder, of vrijgekomen bagnards (ex gedetineerden). We slenteren nog even door het dorp over de weekmark en drinken een lekkere cappuccino op een terras. Op ons gemak lopen we terug naar de steiger, waar we nog even moeten wachten op de Piaka, een zeewaardige boot, die ons naar Galibi gaat brengen. Ondertussen dat wij het gevangencomplex en het dorp bezocht hebben, heeft de stuurman onze bagage opgehaald in Albina. Deze ligt nu keurig opgeborgen onder een plastic zeil, zodat de bagage niet nat kan worden. Ook hier trekken we onze poncho’s aan, want ook deze tocht worden we gegarandeerd van een spat water. De lokale bewoners van Galibi behoren tot de Caraïben, een strijdlustig volk, die de oorspronkelijke Arawak indianen van de stranden verdreven hebben. Iedere stam heeft zijn eigen taal. Dat neemt met zich mee, dat men zich onderling niet verstaanbaar kan maken. Aan de kust liggen twee indianendorpen, Christiaankondre en Langamankondre. Ze leven voornamelijk van de visvangst, landbouw en toerisme. Als we aanmeren, zien we de eenvoudige accommodatie direct aan het strand liggen. De late lunch staat al opgedekt, en de koele Pabro biertjes smaken hier voortreffelijk bij. ’s Avonds is er een culturele avond, en worden we ingewijd in de rituelen van de lokale bevolking. Een dede oso is een ritueel rondom het overlijden van een dorpsgenoot. De overledenen wordt opgebaard in huis, en wordt er rondom de baar gezongen en gedanst. De piaiman of sjamaan, de dokter van de inheemsen, kan geesten oproepen om een persoon in bescherming te nemen of te genezen. Door bewegingsrituelen, gezang en door tabaksrook uit te blazen, raakt hij in trance. De bevolking staat nog dicht bij de natuur, en geloven in de heilzame werking van de planten en struiken uit het bos. De jongere mensen trekken weg uit het dorp, op zoek naar werk in de grote stad, omdat er in het dorp geen werkgelegenheid is. Zoals de inwoners zelf zeggen: “Omdat er geen werk is, feesten we maar.” Nadat we genoten hebben van zang en dans, worden we geroepen voor het diner. Om 21.00 uur maken we ons klaar voor de boottocht, en trekken we onze poncho’s aan. Met niet meer dan de sterren als verlichting, varen we over de Marowijnerivier, op zoek naar een plekje op een van de stranden, waar de schildpadden hun eieren leggen. Het zijn vooral de groene zeeschildpadden die in deze tijd hun eieren leggen. De bootsman vangt af en toe de lichtseinen op van de strandwachten, die de broedplaatsen van de schildpadden bewaken. Stropers hebben het gemunt op de eieren van de dieren, en verkopen deze voor veel geld. Tijdens de vloed komt het vrouwtje aan land, en zoekt ze een geschikte plek op het hogere deel van het strand om daar haar nest te maken. Als het vrouwtje een geschikte plek heeft gevonden, maakt ze met haar voorpoten roeiende bewegingen en maakt ze een gat. In deze fase is ze gevoelig voor storingen, en vlucht ze voor licht en aanraking van mensen. Het is dus zaak tijdens deze fase het vrouwtje met rust te laten. Wanneer ze de eieren gaat leggen, soms wel meer dan 120, is ze helemaal in trance. De eieren zijn zo groot als een pingpongbal. Als het laatste ei is gelegd, gooit het vrouwtje het gat dicht, en camoufleert het nest door het zand om te woelen. Jeffrey ziet een vrouwtje het strand opgaan, maar omdat ze nu niet gestoord moet worden, lopen we verder. Verderop is een vrouwtje bezig met het leggen van de eieren. Voorzichtig schijnt Jeffrey met een lampje bij, en zien we de eieren één voor één in het nest vallen. Het vrouwtje is helemaal in trance, en laat zich door de toeschouwers niet storen. Een stukje verderop het strand is een vrouwtje bezig met het omwoelen van het zand. Alle faces hebben we nu gezien, en wordt het de hoogste tijd, dat we de dieren met rust laten. Wat een belevenis, zo uniek, dat we dit van dichtbij hebben mogen meemaken. De eieren komen over 60 dagen uit, en dan kruipen de schildpadjes zelf uit hun nest en zoeken de weg naar zee. Sommige dieren overleven deze tocht niet, maar er zijn ook een aantal die de zee halen. We kruipen dicht bij mekaar in de piaka, en praten na over deze belevenis. We hebben niet eens in de gaten, dat we het strand bij ons resort bereikt hebben. Het is bijna half twaalf; we stappen uit de boot en leggen ons snel daarna tevreden op een oor.
Ruud en Rees




  • 25 Maart 2015 - 22:05

    Janou:

    Dat wordt teruggaan over 60 dagen! Hihihi

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Ruud en Rees

Globetrotters

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 213
Totaal aantal bezoekers 132989

Voorgaande reizen:

18 Maart 2015 - 03 April 2015

16-daagse rondreis Suriname: Mi Lobi Sranan!

07 November 2014 - 27 November 2014

20 daagse Oost - Afrika groepsreis

Landen bezocht: